Er zijn er 45.000 in Nederland die hetzelfde doen als ik. Ofwel, het aantal marketingadviesbureaus in Nederland, naar schatting. “Ben lekker uniek en onderscheidend in de markt”, zou ik cynisch kunnen denken over mijn professie. “76 % daarvan bestaat uit eenpitters”, aldus een artikel opAdformatie.nl.
Ja, ik voel me aangesproken. Maar ik trek me er weinig van aan. Ik weet niet waar mijn avontuur als zzp’er gaat eindigen, maar ik voel me nu al een winnaar. Ik voel namelijk een zuurstof in mijn longen die ik nog nooit gevoeld heb. Dat is niet in euro’s uit te drukken.
Liever vindingrijk dan rijk
De vrijheid die ik ervaar in mijn eenmanszaak is heerlijk. Daarvoor betaal ik een prijs: onzekerheid. Het is niet meer vanzelfsprekend dat er een salaris op mijn rekening gestort wordt. Dat is even wennen. Deze hoor ik ook vaak: “stoer hoor, dat je in deze economische crisis voor jezelf durft te beginnen”. Nu kan ik daar zenuwachtig van worden en toch maar weer gaan zoeken naar een baan, omdat ik dan zeker weet dat ik vakantiegeld krijg. Dat doe ik niet, ik ga door. Mijn netwerk groeit snel, ik ontmoet bevlogen ondernemers en ik participeer in diverse samenwerkingen. Nee, dat maakt me als starter niet direct rijk in de portemonnee, wél in mijn geest. Die bekende creditcardreclame klopt als een bus!
Nobody’s en somebody’s
Naast het aantal marketing adviesbureaus en de economische crisis, heb ik er nog zo eentje: de magnetiserende werking van het hebben van een bekende naam. Nu ga ik even met een botte bijl de Nederlandse bevolking in twee groepen hakken. Ofwel, de bekende Nederlanders alias de ‘somebody’s en de onbekende Nederlanders alias de ‘nobody’s. Als ‘somebody’ word je gevraagd als dagvoorzitter van een groot congres in de jaarbeurs in Utrecht omdat je succesvol bent, niet omdat je per se een goede presentator bent. De offerte begint minimaal bij 3 nullen, met nadruk op begint. Toegegeven, hier licht ik een tipje van mijn frustratiesluier op. Hoe bekender de kop, hoe hoger het bedrag. Simpel economisch principe.
Nu zijn er genoeg somebody’s die het prima doen als dagvoorzitter. Maar als je een event presenteert in Nijmegen en last minute zonder voorbereiding het podium oprent met de tekst: “goedemiddag Arnhem”, dan heb je je huiswerk niet goed gedaan. Dit berust op een waargebeurde situatie, waarin de plaatsnamen – uit respect voor de somebody – zijn gefingeerd.
Ik ga door
Me afvragen of ik kan opboksen tegen de concurrentie van alle somebody’s als het gaat om presentatie en dagvoorzitterschap? Het flitst door mijn hoofd, maar ik laat me er niet door ontmoedigen. Deze nobody (nee, ik heb geen minderwaardigheidscomplex) is – net als ieder ander – uniek. Dan bestaat concurrentie per definitie niet. Zoals Ramses Shaffy bezingt: “we zullen doorgaan”.
Geef een reactie